Met de horeca die weer op volle toeren draait en de ‘ouderwetse drukte’, laaien ook de discussies over overlast op. Want hoe zit het nu? Ben je als horecabedrijf altijd verantwoordelijk voor overlast?
Inrichtingsgebonden overlast
Als het gaat om geluidsoverlast, dus inrichtingsgebonden overlast, ligt de primaire verantwoordelijkheid inderdaad bij jou als horecaondernemer. Het Activiteitenbesluit heeft geluidsnormen en daar moet je aan voldoen.
Dat betekent dat het geluidsniveau in de horeca-inrichting niet boven het wettelijk toegestane aantal decibellen mag uitstijgen. Is dat wel het geval, dan kun je daar op worden aangesproken. Heb je een overdekt en/of verwarmd terras of heb je een binnenterras? Dan telt het stemgeluid van bezoekers op dat terras ook mee.
Overlast vanuit een horecabedrijf
Als bezoekers in het bedrijf al luidruchtig waren en op straat verder gaan, spreek je van overlast vanuit het horecabedrijf. Of als een vechtpartij al in het horecabedrijf is ontstaan en op straat verder gaat, dan is dat een voorbeeld van overlast vanuit een horecabedrijf.
Toezicht op bezoekers, ook bij het weggaan, en optreden tegen raddraaiers in de zaak is daarom echt noodzakelijk. Hiervoor kun je gebruik maken van gecertificeerde portiers, de (model)huisregels van KHN en/of een systeem van toegangsontzeggingen.
Verantwoordelijkheid tot aan de deur?
Maar tot hoe ver buiten het bedrijf ben je dan eigenlijk verantwoordelijk? Yvonne van der Meulen, jurist bij KHN Advocaten & Juristen: 'Daar is geen vast antwoord op te geven. Dat hangt ook sterk af van hoe de gemeente dit ziet en heeft geregeld. De praktijk leert dat praktische afspraken maken over de aanpak met politie en gemeente vaak tot de beste resultaten leidt in het voorkomen of terugdringen van overlast.'
Vaak wordt er gewerkt met een plan van aanpak, legt Van der Meulen uit. 'Daarin geeft de ondernemer aan welke maatregelen hij zal treffen en tot waar en tot wanneer hij toezicht houdt op de bezoekers op straat, bijvoorbeeld tot een bepaalde hoek of tot een bepaald aantal meters uit de gevel.'
'Zelf een logboek bijhouden, verslaglegging van de drukke avonden en bijvoorbeeld gebruik maken van camera’s en/of portiers helpen om inzichtelijk te maken welke inspanningen je als horecabedrijf hebt gedaan. Of dit dan voldoende is, wordt van geval tot geval beoordeeld.'
Onderzoek naar klacht
Een burgemeester kan natuurlijk niet zomaar een sluiting opleggen, een vergunning intrekken of nadere voorschriften hieraan verbinden. Van der Meulen: 'Om te beginnen zal een klacht of melding die de gemeente ontvangt, moeten worden onderzocht op juistheid. In de praktijk blijkt dit nog wel eens te worden "vergeten".'
'Er moet onderzoek plaatsvinden naar de situatie ter plekke en of, bijvoorbeeld, de overlast ook daadwerkelijk wordt veroorzaakt door het horecabedrijf. Een eventuele maatregel moet er dan namelijk ook toe (kunnen) leiden dat die overlast afneemt, en ook dat moet op een goede manier worden afgewogen en gemotiveerd.'
'Daarnaast moet de maatregel in verhouding staan tot het doel dat men voor ogen heeft. Maar, uiteindelijk heeft de burgemeester hier wel een zogenaamde discretionaire bevoegdheid en worden deze besluiten daarom door een rechter alleen terughoudend getoetst.'
Vergunning ingetrokken. En dan?
Tegen een besluit waarin een vergunning wordt ingetrokken of een nader voorschrift wordt opgelegd, kun je bezwaar maken. De termijn hiervoor bedraagt zes weken. Daarnaast kan een voorlopige voorziening worden gevraagd aan de Bestuursrechter, om bijvoorbeeld schorsing van het besluit te vragen ingeval van een spoedeisend belang. Na het doorlopen van de bezwaarprocedure staat daarna nog de mogelijkheid beroep open bij de Bestuursrechter en (daarna) eventueel hoger beroep bij de Raad van State.
Dit artikel is gesponsord door KHN Advocaten & Juristen