Vooropgesteld: de begroting die de gemeente Amsterdam nu presenteert voor 2024 is een voorlopige. Eine november wordt deze definitief vastgesteld. ‘Maar het zou zomaar kunnen dat die 12,5 procent dan nog hoger wordt', sombert Erik-Jan Ginjaar. De Postillionvoorman zegt zeker twee partijen te kennen die het voorgestelde tarief nog niet hoog genoeg vinden.
Op dit moment hanteert Amsterdam een toeristenbelastingtarief van €3 plus 7 procent van de overnachtingsprijs. In de Voorjaarsnota sprak de stad over een verhoging naar €4 plus 8 procent. In de begroting is nu dat vaste tariefdeel geschrapt, maar tegelijk gaat het percentage van de overnachtingsprijs naar 12,5 procent.
Gemeente Amsterdam - begroting 2024
Download‘Er is naar ons geluisterd wat betreft het vaste deel, maar deze absurde verhoging is natuurlijk absoluut geen goed nieuws', zegt Ginjaar. ‘Alles boven de 10 procent is gewoon niet uit te leggen. Internationaal leggen we het af.’
Ook schaadt het direct zijn business, stelt de hotelier. ‘Vorige week nog heeft een groot congres besloten naar het buitenland te gaan. Ze wilden de onzekerheid rond de toeristenbelasting niet afwachten. Dat was voor ons een contract van €780.000. Serieus geld.’
'Stad wordt kapotgemaakt'
De stad wordt op deze manier door de gemeenteraad kapotgemaakt, stelt Ginjaar. ‘Het is echt vreselijk dat er binnen de gemeente op geen enkele manier notie is van het verschil tussen overlastgevende toeristen en toeristen die we juist wél willen hebben. De stad wordt op deze manier kapotgemaakt. Dat maakt me intens verdrietig.’
Ook zegt hij het onverkropbaar te vinden dat de gemeente gedurende het spel de regels verandert. ‘Eerst stellen ze een hotelloods aan die ervoor moet zorgen dat er allerlei bijzondere hotels in de stad komen om meer toeristen naar Amsterdam te lokken, en nu ineens zegt de gemeente: het moet minder, minder, minder. Ik ken politici die zo'n uitspraak voor flink zijn aangepakt.’
Het verhogen van de toeristenbelasting is volgens Ginjaar ook een verkeerd instrument om dat doel te bereiken. Sterker: het aantal toeristen zal niet afnemen. Alleen slapen ze ergens anders, waardoor ze geen toeristenbelasting in Amsterdam afdragen.
‘Gasten zullen meer naar hotels in omliggende gemeenten kijken, waar de prijzen lager zijn. Vervolgens komen ze wel overdag naar Amsterdam, waar ze de stad nauwelijks iets opleveren. Ik denk dat de gemeente Haarlemmermeer staat te juichen om dit plan.’
Gang naar de rechter
Eerder al bleek dat de gemeente overweegt om de toeristenbelasting mogelijk te verhogen naar 30 procent. Maar ook met het nu voorgestelde percentage kan Ginjaar – en met hem vele andere hoteliers - niet leven.
In juli al toonde Ginjaar zich strijdvaardig, met een manifest dat door honderden hotels en vertegenwoordigende partijen als KHN en LHOA werd ondertekend. Ook schreef Ginjaar een brief aan de gemeenteraad en zei de gang naar de rechter niet uit te sluiten.
Inmiddels noemt hij dat laatste een zekerheid, mocht de gemeente in november niet een lager percentage in de begroting hebben staan. Hij wil dan een kort geding aanspannen tegen de gemeente.
Voldoende juridische grond
Hij ziet voldoende juridische grond voor zo'n kort geding. Onder meer wijst hij erop dat het college van de stad toeristenbelasting op een manier inzet die tegen de wet ingaat. In de Gemeentewet is vastgelegd dat toeristenbelasting uitsluitend is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten die een gemeente maakt voor voorzieningen die (mede) in het belang van toerisme zijn. Zoals infrastructuur, stadsreiniging en groenvoorzieningen.
Het inzetten van toeristenbelasting om de toestroom van toeristen te reguleren, zoals Amsterdam voorstelt in de Voorjaarsnota, de Verordening op Toerisme in balans en nu ook in deze begroting, gaat volgens Ginjaar in tegen die wet.
‘En we volgen ook de lijn van KHN. Zij hebben met juristen naar de plannen gekeken en zien nog zo vier andere wetsbepalingen waar deze verhoging tegenin druist.’
Volgens Ginjaar kan hij alleen maar winst halen uit zo'n kort geding. ‘Als we niet winnen, moet de rechter wel een kader geven aan de gemeente over hoe ze omgaan met toeristenbelasting. Ook dat is winst voor ons, want het schept duidelijkheid.’