De Raad van State oordeelde begin augustus dat het onterecht is dat Bruls in 2019 de eigenaar van café Dukenburg geen drank- en horecavergunning wilde geven. Het café kon door het weigeren horecavergunning niet van start. De gemeente moet binnen vijf weken opnieuw beslissen over de vergunning.
Als die er is, overweegt de ondernemer om met de uitspraak van de Raad van State in de hand een schadeclaim bij de gemeente in te dienen voor drie jaar misgelopen omzet. ‘Dat kan in de tonnen lopen', zegt de advocaat van de ondernemer in De Gelderlander.
Wietplantage
In 2019 vroeg de ondernemer een drank- en horecavergunning aan, die door de gemeente Nijmegen werd geweigerd. Als grond voor die weigering werd aangevoerd dat de ondernemer ‘geen goed levensgedrag’ had vertoond.
In een woning die op zijn naam stond, was een wietplantage aangetroffen, waarvoor ook illegaal stroom werd afgetapt. Daarnaast greep de gemeente ook het niet op de juiste wijze/dag aanbieden van afval en zelfs een snelheidsovertreding aan om te stellen dat de ondernemer op grond van zijn gedrag niet in aanmerking zou komen voor een vergunning.
De ondernemer betoogt dat de woning weliswaar op zijn naam stond, maar dat hij deze onderverhuurde. De overtreding van de opiumwet kon hem in zijn ogen dan ook niet worden aangewreven.
Onterecht weigeren horecavergunning
De ondernemer tekende bezwaar aan tegen de afwijzing van de gemeente, maar ving bot. Ook de rechter in de daarop aangespannen zaak gaf de gemeente gelijk.
De Raad van State oordeelt nu echter dat de gemeente te kort door de bocht is gegaan. Dat de ondernemer onvoldoende toezicht hield op een woning die op zijn naam stond, is volgens de Raad geen bewijs van slecht levensgedrag. Sterker: de Raad van State vindt dat de burgemeester onderzoek had moeten doen naar de betrokkenheid van de ondernemer bij de wietkwekerij.
Weigeren horecavergunning goed motiveren
Als een burgemeester een horecavergunning weigert, omdat hij van mening is dat de exploitant van ‘slecht levensgedrag’ is, dan heeft de burgemeester een verregaande plicht om te motiveren waarom hij dat vindt. Dit zei de Raad van State in een eerdere uitspraak.
Zo moet de burgemeester uitleggen waarom het ‘slechte levensgedrag’ relevant is voor de exploitatie van een horecabedrijf. Er moet een verband zijn tussen de gedragingen en de bedrijfsvoering. Daarnaast moet de burgemeester motiveren hoe de ondernemer vooraf had kunnen weten dat hij niet aan de voorwaarde voldoet dat hij ‘niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is’.
Tot slot moet de burgemeester motiveren waarom de gedragingen niet gering zijn. Toepassing van de voorwaarde mag niet verder gaan dan nodig is om ervoor te zorgen dat horecabedrijven worden geëxploiteerd op een manier die geen gevaar oplevert voor de veiligheid, de openbare orde en het woon- en leefklimaat.
Tonnen schadevergoeding
Het onterecht weigeren van de vergunning voor café Dukenburg gaat de gemeente Nijmegen mogelijk tonnen kosten. ‘Er zijn veel inkomsten misgelopen’, zegt advocaat Ben Bos, die de uitbater bijstaat, tegen De Gelderlander.
Bruls heeft vijf weken om de vergunningaanvraag voor het café in Nijmegen opnieuw te beoordelen. Daarbij moet hij rekening houden met de uitspraak van Raad van State. De verwachting is dat de zaak nu wél open mag. Als dat zo is, dient advocaat Bos met de eigenaar een schadeclaim in vanwege misgelopen inkomsten.
‘Het zijn aanzienlijke bedragen die mijn cliënt is misgelopen. Dat loopt in de tonnen. Bedenk dat de zaak al drie jaar open had kunnen zijn’, zegt Bos.
Tweede keer
Het is de tweede keer in korte tijd is dat Bruls ongelijk krijgt. Vorige maand zei de Raad van State al dat de Nijmeegse burgemeester een ingetrokken horecavergunning moest teruggeven aan de eigenaren van snackbar ’t Ackertje in Nijmegen. De vrouw van een van de uitbaters van het restaurant was zonder dat te melden als vennoot toegetreden tot de VOF. Een zwaar vergrijp, volgens Bruls, maar de Raad van State oordeelde dat de sluiting onterecht was.