Koninklijke Horeca Nederland (KHN) heeft geen begrip voor de uitleg die premier Mark Rutte gaf voor ingrijpende actie. Alleen de volledige compensatie voor alle loonkosten en vaste lasten voor getroffen horecaondernemers kan volgens voorzitter Robèr Willemsen 'desastreuze' gevolgen voorkomen.
Cijfers RIVM
'Als je kijkt naar de cijfers van het RIVM, dan zie je dat het totale aantal besmettingen in de horeca een fractie van het totaal is', zegt KHN-voorzitter Robèr Willemsen. De motivering van de maatregel door Rutte, die wees op het risico van grote besmettingsclusters door groepsvorming in de horeca, gaat er bij hem niet in.
Het steekt horecaondernemers dat er geen overleg is geweest met de sector en werkgeversorganisaties om samen naar mogelijke scenario's te kijken. Ze krijgen daarin bijval van vakbond FNV Horeca, die het gebrek aan overleg 'onbegrijpelijk' noemt. 'Hierdoor is er onvoldoende draagvlak binnen de sector voor deze zware maatregelen.'
KHN diende onlangs een eigen plan in voor verscherpte maatregelen om coronabesmettingen in de horeca tegen te gaan. Daarbij zou met een rekenhulpje per bedrijf gekeken worden hoeveel ruimte er is voor gasten.
Omzetverlies heel 2020
Volgens berekeningen van KHN loopt de horeca 1 miljard euro aan omzet mis door de gedwongen sluiting van eet- en drinkgelegenheden voor de komende vier weken. Het omzetverlies voor heel 2020 zou daarmee neerkomen op 12 miljard euro.
Zonder honderd procent vergoeding voor alle loonkosten en vaste lasten, vallen volgens Willemsen veel horecabedrijven om. De KHN gaat nu volop inzetten op onderhandelingen over extra steun voor de horeca, zegt de voorzitter. Een juridische procedure, zoals het kort geding dat KHN eerder dit jaar tegen de regering aanspande, is wat hem betreft geen optie meer.
'Ik hoorde aan het begin van de persconferentie dat het kabinet klaar staat voor steun aan getroffen branches en sectoren, dat is positief. We hebben de afgelopen zes maanden massaal ingeteerd op 5 miljard euro aan spaargeld', aldus Willemsen. 'We gaan morgen afwachten of er daad bij het woord wordt gevoegd.'
