Het CBS meldt dat de horeca over het eerste en tweede kwartaal van 2020 57 procent minder omzet heeft gedraaid dan in dezelfde periode in 2019. Zo daalde de omzet van hotels met 80 procent, van restaurants met 58 procent en van fastservice met 29 procent.
‘De omzetcijfers van de horeca voor het tweede kwartaal van 2020 die het CBS publiceerde, bevestigen het sentiment onder horecaondernemers’, zegt KHN. In het eerste kwartaal daalde de omzet van de branche al met bijna 14 procent.
Door de verplichte tijdelijke sluiting van eet- en drinkgelegenheden en de wegvallende vraag naar overnachtingen en (zakelijke) evenementen heeft de horeca vooral in april fors minder omgezet.
Bovendien wordt de evenementenbranche enorm hard geraakt; congressen, catering en evenementen draaien nauwelijks omzet en voor clubs & nightlife is er nog steeds geen perspectief. Opvallend is volgens KHN ook dat de regio Amsterdam extra geraakt wordt door een daling in internationaal toerisme en minder tot geen zakelijke bestedingen door de forse terugloop in evenementen en congressen.
Omzetdaling horeca ondanks mooie zomer
Uit recent onderzoek van KHN onder al haar leden blijkt dat ondanks het mooie weer in juli en augustus de gemiddelde omzetverwachting over deze twee maanden 63 procent is van de omzet die normaal in dezelfde periode werd behaald. Over het volledige jaar verwachten de respondenten een totale omzet van 57 procent van ‘normaal’. KHN-leden verwachten dat de zomeropleving in de herfst en winter zal terugvallen, ook omdat ondernemers dan meer op ‘binnen’ aangewezen zullen zijn.
Ook hier is het opvallend dat Amsterdam gedurende de zomermaanden een minder hoge opleving kende in vergelijking met het landelijk gemiddelde en de verwachting is dat voor de rest van 2020 daar de totale omzet blijft steken op 45 procent.
Voor hotels in de hoofdstad blijft de omzet naar verwachting steken op 30 procent. Landelijk komt de omzet voor hotels op 64 procent gedurende de zomermaanden en 57 procent de rest van het jaar.
Aanvullende steun blijft noodzakelijk
De overheidssteun middels steunpakket 3 is daarom noodzakelijk. KHN heeft er begrip voor dat het kabinet de steunpakketten per keer evalueert, inclusief de hoogte van de steun die daaruit voortvloeit. Echter wordt de horecabranche door de NOW-3 regeling dubbel geraakt.
Het laatste halfjaar van 2020 kent een forse omzetdaling, geen lange vakantieperiode, slecht weer, geen buitenmogelijkheden én nu ook de afbouw van de loonkostencompensatie in de NOW-3 regeling.
Nu is het nog zo dat de overheid tot 90 procent van de salarissen van getroffen ondernemingen betaalt die minimaal 20 procent omzetverlies hebben. Vanaf 1 januari 2021 komen alleen nog bedrijven met 30 procent omzetverlies voor de NOW in aanmerking.
Risico op nóg twee klappen voor horeca
KHN is van mening dat de NOW ten minste tot eind 2020 moet worden voortgezet op de voorwaarde van minstens 20 procent omzetverlies en dan maximaal 90 procent loonkostensubsidie. Anders krijgt de sector de komende periode twee ‘klappen’ te verwerken met alle gevolgen van dien.
Voor congressen, catering, evenementen en clubs & nightlife bedrijven is bovendien extra gerichte steun nodig omdat er nog geen perspectief voor de langere termijn wordt geboden.
Steunmaatregelen maken het verschil tussen ‘overleven’ of sluiten
In het onderzoek is horecaondernemers gevraagd in hoeverre zij aanvullende steunmaatregelen noodzakelijk vinden. Een ruime meerderheid van de horecaondernemers vindt aanvullende steunmaatregelen belangrijk en hoopt hiermee op continuïteit in de bedrijfsvoering.
Ruim de helft (51 procent) geeft aan nog geen ontslagmaatregelen te hebben genomen. Wel zijn er contracten niet verlengd (18 procent) en worden er minder oproepkrachten ingezet (28 procent). Inmiddels zijn er door het coronavirus en de bijbehorende maatregelen al ruim 50.000 minder banen in de horeca.
Verwachting lange termijn
Hoewel het lastig te voorspellen is welke gevolgen de ontwikkeling van het coronavirus op de lange termijn nog zal hebben, heeft KHN horecaondernemers gevraagd welke verwachtingen zij op dit moment hebben voor de toekomst van hun bedrijf.
De komende tijd verwacht zeker 12 procent van de horecaondernemers ontslagmaatregelen te moeten nemen om omzet en personele invulling in balans te krijgen.
Dertig procent van de ondernemers geeft aan de coronacrisis onder de huidige omstandigheden zeker te zullen overleven, in juni was dit nog 23 procent. De overige 70 procent is daar bepaald niet zo zeker over. Afhankelijk van de ontwikkelingen en vervolgbesluiten van het kabinet kan dit sentiment kantelen.
Ook andere oplossingen hard nodig
Naast de financiële steun vanuit de overheid, zien de leden de noodzaak voor onder meer btw-verlaging, het behoud van terrassen in de winter en een vergoeding van de transitievergoeding vanuit het UWV. Bovendien is een vrijstelling van openstaande betalingen of lokale lasten bittere noodzaak.
Versoepeling 1,5 meter-regel en handhaving
Een versoepeling van de 1,5 meter afstandsnorm is volgens KHN noodzakelijk voor horecaondernemers om in de winter op een verantwoorde manier inkomsten te genereren en om op eigen kracht (zonder overheidsinfuus) hun bedrijf te kunnen exploiteren.
KHN ziet dan ook het liefst dat de 1,5 meter afstandsnorm niet geldt voor groepen tot en met 9 personen, zodat er zowel letterlijk als figuurlijk meer ruimte komt om te ondernemen, eventueel met in stand houding van de huidige gezondheidscheck vooraf.
Bovendien is het vor de belangenbehartiger nog steeds niet uit te leggen dat de horeca de enige branche is waarbij de ondernemers verantwoordelijk zijn voor de naleving van de wet- en regelgeving. Daarom wil KHN dat het kabinet ook komt met een versoepeling van maatregelen rondom het handhavingsbeleid.
Lokale maatregelen
De grote gevolgen voor de branche komen voort uit overheidsmaatregelen en de beperkingen die de horeca zijn opgelegd. Toch zijn KHN-leden over het algemeen positief over de maatregelen die veel gemeenten hebben getroffen en waarmee zij horecaondernemers tegemoet zijn gekomen, zoals de opschorting of kwijtschelding van lokale lasten, uitbreiding van terrassen en een uitbreiding van opening- en sluitingstijden.
Veel horecaondernemers ervaren dat het in de dagelijkse praktijk niet altijd lukt om zich aan de geldende coronagels te houden. Zo blijkt uit de enquête dat KHN-leden het meeste ‘last’ hebben van de beperkte capaciteit binnen door de strikte 1,5-meterregel, de vaste en verplichte zitplaats en dat gasten zich niet goed aan de regels houden. Van de horecaondernemers vindt 10 procent de handhaving te streng. Zo’n 10 procent is inmiddels ook geconfronteerd met een waarschuwing.
Vooruitkijken
KHN-voorzitter Robèr Willemsen: 'Voor KHN staat het belang van horecaondernemers en de toekomst van de horecabranche voorop. Om de branche overeind te houden is vooruitgang écht noodzakelijk. Wij hopen dan ook dat in de komende periode er in goed overleg met het kabinet kan worden gekeken naar oplossingen om horecaondernemers perspectief te bieden en hen daarmee letterlijk en figuurlijk meer ruimte te geven om te ondernemen.’