De aanhoudende inflatie zorgt voor (soms grote) financiële problemen bij eerstelijnsmedewerkers in dienstverlenende sectoren, waaronder de horeca. Om die problemen het hoofd te bieden, proberen zulke medewerkers op allerlei manieren toch in hun levensonderhoud te voorzien. Ruim een kwart (26 procent) van de horecamedewerkers in Nederland, ziet geen andere oplossing dan naar de voedselbank te gaan.
Dit blijkt uit een onderzoek naar de impact van inflatie onder 3300 eerstelijnsmedewerkers in horeca, retail en logistiek en heel Europa. Het onderzoek is gedaan door Quinyx, een aanbieder van een AI-softwareoplossing voor personeelsplanning.
Maatregelen nemen
Naast dat de Nederlandse eerstelijnsmedewerkers aangeven dat ze dit jaar gebruikmaakten van de voedselbank, hebben zij meer financiële maatregelen genomen. Zoals meer uren werken, financiële steun aan vrienden of familie vragen of een persoonlijke lening afsluiten.
Nederland steekt er in het onderzoek negatief bovenuit: voor bijna alle maatregelen geldt dat in Nederland het hoogst percentage medewerkers hier gebruik van heeft gemaakt.
Voedselbank
In Nederland, Duitsland en Scandinavië maakte ruim een kwart van alle eerstelijnsmedewerkers, zoals horecamedewerkers, gebruik van een voedselbank in dit jaar. In het Verenigd Koninkrijk ligt dit percentage ietsje lager, namelijk 11 procent. De reden dat de medewerkers gebruik moeten maken van de voedselbank is omdat het loon de kosten van hun levensonderhoud niet dekt.
Meer uren werken
Bijna de helft (46 procent) van de eerstelijnsmedewerkers in Nederland heeft dit jaar meer uren gewerkt om het salaris aan te vullen. Eenzelfde percentage in het Verenigd Koninkrijk deed dat. Duitsland (45 procent) zit er net onder, Scandinavië nog iets lager met 41 procent. Hoeveel extra uren werden gewerkt, is niet onderzocht.
Financiële steun van familie of vrienden
Vier op de tien eerstelijnsmedewerkers geeft aan dat zij financiële steun van familie of vrienden hebben gevraagd. De reden die hiervoor wordt gegeven is dat het salaris de kosten van levensonderhoud niet dekt. Dit percentage ligt in Nederland (39 procent) net iets hoger dan in de andere landen: Verenigd Koninkrijk (31 procent), Duitsland (34 procent) en Scandinavië (34 procent).
Persoonlijke lening afgesloten
Een kwart van de eerstelijnsmedewerkers in Nederland en Duitsland heeft een persoonlijke lening afgesloten. In Scandinavië ligt dit percentage net iets hoger (28 procent) en in het Verenigd Koninkrijk juist iets lager (14 procent). De reden van deze lening is omdat het huidige loon de kosten van levensonderhoud niet dekt.
‘Veel eerstelijnsmedewerkers worden geconfronteerd met een hogere werkdruk en onoverkomelijke financiële uitdagingen. Onze studie bewijst dat dit een last is voor heel Europa’, zegt Toma Pagojute, chief hr officer bij Quinyx.
‘Wat is het beste cadeau dat bedrijfsleiders dit jaar aan hun toegewijde medewerkers in de frontlinie kunnen geven? Ga met ze in gesprek, luister en bied ondersteuning waar en wanneer ze die het meest nodig hebben. Dit kan door middel van flexibele werkschema’s, verbeterde communicatie en door ervoor te zorgen dat hun werkomstandigheden zo goed mogelijk zijn’, adviseert Pagojute.
Over het onderzoek
Het onderzoek is eind november 2023 gedaan onder eerstelijnsmedewerkers die werkzaam zijn in de horeca, retail en in de logistiek. Deze medewerkers hebben functies zoals ober, verkoopmedewerker, magazijnmedewerker, vakkenvuller of bezorger. De medewerkers wonen in Nederland, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Scandinavië. Veel van deze medewerkers hebben een salaris rond het minimumloon.
Het onderzoek is uitgevoerd door Quinyx. Dat biedt AI-ondersteunde software voor personeelsbeheer. Quinyx ondersteunt wereldwijd miljoenen gebruikers in diverse sectoren met klanten zoals Burger King, Starbucks, Subway en Hanos.
