Volgens de kantonrechter was duidelijk dat de overeenkomst bedoeld was als zzp-contract. 'Ook uit de wijze van werken daarna blijkt niet dat er sprake was loondienst', aldus het vonnis. Ferwerda is teleurgesteld in het vonnis en overweegt in hoger beroep te gaan, als hij aan geld voor de proceskosten kan komen. De rechtszaak kwam tot stand na crowdfunding waar vierhonderd mensen aan bijdroegen.
Deliveroo
Deliveroo kondigde eind vorig jaar aan af te stappen van het loondienstmodel en alleen nog met freelancers te werken. Het nieuwe beleid heeft al tot veel nieuwe aanmeldingen geleid van zogeheten 'riders' geleid, zegt Deliveroo.
Ferwerda vindt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. Deliveroo heeft zich met de huidige werkwijze ontdaan van de bijbehorende verplichtingen jegens zijn werknemers, meent hij. De fietskoerier wilde terug in loondienst en op die manier verzekerd zijn bij arbeidsongeschiktheid en van doorbetaling bij ziekte.
‘Fietsende maaltijdbezorgers zitten helemaal niet te wachten op het strakke keurslijf van een arbeidscontract,’ betoogde Deliveroo in de rechtszaak. 'Freelancen is veel beter op de praktijk van de koerier toegesneden en heeft bij koeriersbedrijf Deliveroo tot veel nieuwe aanmeldingen van zogeheten ‘riders’ geleid.'
Rechtszaak
De rechtszaak vond plaats onder grote belangstelling, onder meer van een delegatie van de Jonge Socialisten, de jongerenorganisatie binnen de PvdA. Ook PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk was aanwezig. De maaltijdbezorger bleef in de rechtszaal zijn ‘model van schijnzelfstandigheid’ verdedigen, vindt hij. ‘Ze proberen er alles aan te doen om van haar werkgeversverplichtingen af te komen. Alle risico’s voor de bezorger, alle winst voor Deliveroo.’
De kantonrechter erkent dat het huidige arbeidsrecht niet voorziet in de relatief nieuwe zogeheten platformeconomie van onlinevraag en -aanbod, maar oordeelt dat de gesloten overeenkomst tussen Deliveroo en bezorger niet zo onredelijk is dat de rechter anders moet beslissen. 'Het is aan de wetgever om maatregelen te treffen wanneer het niet-gewenst is dat dergelijke situaties blijven bestaan', stelt de rechter.