Maar de aard van die werkdruk is in de verschillende beroepen anders. Zo geven koks het vaakst aan dat ze erg snel moeten werken. Artsen, juristen, managers in de zakelijke en administratieve dienstverlening en leerkrachten in het basisonderwijs vinden dat ze heel véél werk moeten verrichten.
Voor het bepalen van de werkdruk werd werknemers gevraagd of ze heel veel werk moesten verrichten en of ze erg snel of extra hard moesten werken. Werknemers in beroepen met de hoogste werkdruk scoren hoger dan gemiddeld op deze drie onderdelen.
Voor deze analyse zijn alleen de veel voorkomende beroepsgroepen onderzocht, met ten minste 50 duizend werknemers. Onder bijvoorbeeld managers productie en docenten in het hoger onderwijs is de werkdruk eveneens hoog, maar die beroepsgroepen tellen minder dan 50 duizend werknemers.
Mogelijk gevolg van de hoge werkdruk, is het tekort aan koks. Lees hier meer over dit onderwerp.
Werkdruk onder artsen en leerkrachten
Wat de werkdruk verhoogt is niet voor alle onderzochte beroepsgroepen hetzelfde. Leerkrachten in het basisonderwijs en artsen geven bijvoorbeeld aan dat hun werk emotioneel zwaar is. Daar komt voor artsen nog bij dat ze lange werkweken maken en soms geïntimideerd worden door patiënten. Bij juristen is bepalend dat zij vele uren doorbrengen achter een beeldscherm.
Beveiligingspersoneel ondervindt laagste werkdruk
De laagste werkdruk wordt ervaren door beveiligingspersoneel, gevolgd door auto- en taxichauffeurs, hoveniers, tuinders, kassamedewerkers en leidsters in de kinderopvang. Dat zij onderaan de lijst staan, komt vooral omdat zij minder vaak aangeven dat ze extra hard moeten werken.