Boetiekhotel De Durgerdam is het eerste hotel project van Aedes. Het omvat de restauratie van een oude 17e-eeuwse herberg aan de Durgerdammerdijk 73 in Durgerdam aan het IJmeer. Het betreft een Rijksmonument, waar tot 2018 het Café Restaurant Zuyderziel gevestigd was. De verwachting is dat het hotel-restaurant De Mark begin maart opent.
De inrichting komt van de hand van Brecht Duijf en Lenneke Langenhuijsen van Buro Belén in Amsterdam. Het interieur krijgt veel aandacht voor vakmanschap en de kleuren en sferen van oud Hollandse meesters.
Eerbetoon
‘Restaurant De Mark wordt een eerbetoon aan de herberg van weleer’, vertelt Richard van Oostenbrugge, die samen met zijn partner Thomas Groot de culinaire invulling van het restaurant voor zijn rekening neemt. Groot en Oostenbrugge hebben naast 212** ook nog restaurant De Juwelier* en Bistro de la Mer in de Utrechtsestraat in Amsterdam en Table 65* in Singapore.
‘Eigenlijk krijgen we wel vaker verzoeken tot samenwerking’, stelt van Oostenbrugge. Maar met Paul Geertman van Aedes hadden we al een goede ‘click’, we zijn dezelfde bloedgroep en denken over veel hospitality zaken hetzelfde dat is de reden dat we De Mark gaan doen.’
Het restaurant, met net zoals het hotel een zero-waste filosofie, komt op de begane grond en krijgt een open keuken en een terras met uitzicht over het IJmeer. Met in het souterrain een bibliotheek, een private dining en een klassieke wijnkelder. De bedoeling is dat het omringende erf op termijn gaat veranderen in een bio-diverse tuin.
Chef-kok De Mark
‘Koen Marees (ex chef van The Lobby Fizeaustraat) hebben we aangetrokken als chef voor De Mark. Koen kennen we al langer en hij zou eigenlijk bij 212 beginnen maar toen kwam De Mark op ons pad en dat past, zeker met zijn hotelervaring, heel goed bij hem. Het restaurant krijgt zo’n 36 couverts binnen en ietsje meer buiten op het terras. Er gaat op open vuur gekookt worden met gebruik van veelal lokale producten en we gaan a-la-carte doen. Naar verwachting gaan we begin maart open, we kunnen niet wachten. Dit is zo’n bijzondere plek’, zo besluit van Oostenbrugge.