Van de horecabedrijven trok 27 procent vanwege corona externe financiering aan om aan betalingsverplichtingen te voldoen. Daarnaast had 12 procent wel behoefte aan extern vermogen, maar slaagde er (nog) niet in om vreemd vermogen aan te trekken, of deed (nog) geen financieringsaanvraag.
Het overgrote deel van het Nederlandse bedrijfsleven had tijdens de coronacrisis geen noodzaak om geld te lenen of investeerders aan te trekken. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van een enquête onder ondernemers in het niet-financiële bedrijfsleven met minimaal vijf werknemers.
Reden lenen geld
Ook andere sectoren die zwaar te lijden hadden onder de coronabeperkingen, zoals cultuur, sport en recreatie en de vervoerssector, gaven vaak het betalen van rekeningen als reden op voor het lenen van geld.
17 procent horeca leende geld voor investeringen
Bedrijven in de verhuur en handel van onroerend goed trokken ook vaak vreemd vermogen aan. Ruim 40 procent zei dit gedaan te hebben, maar dan met als doel om te investeren. Ook de vervoersbranche staat bij dit leendoel hoog, net als de horeca. 17 procent van de horecaondernemingen leende geld om te investeren tijdens de crisis.