Op de Amsterdamse Zuidas opende nog niet zo lang geleden Circl, Intercontinental Hotels Group startte vorige maand QO, een duurzaam en circulair lifestylehotel en in Utrecht kunnen gasten sinds een paar weken eten en drinken bij het circulaire horecapaviljoen The Green House, ingeklemd tussen het Utrechtse Jaarbeursgebouw en het hoofdkantoor van de Rabobank. Mooie voorbeelden van circulaire horeca.
De kern van circulariteit is dat er zo weinig mogelijk wordt verspild en vervuild en reststoffen zoveel mogelijk worden hergebruikt. Voor de bouw worden duurzame energie, bio-based of volledig recyclebare materialen gebruikt. In de panden zit hergebruikt beton, glas of hout, een slimme gevel die het binnenklimaat beheert of zonnepanelen op het dak. Vloerbedekking is gemaakt van gerecyclede visnetten, stoelen van plastic uit de oceaan en de isolatie van spijkerbroeken. En de meeste panden hebben een kas op het dak voor het kweken van groente en kruiden.
De grootste uitdaging is de keuken. Het is natuurlijk een uitdaging om op niveau te koken met minimale energie. Bij Circl werken ze met gelijkstroom. Een volledig stekkerloze keuken is bij The Green House nog niet gelukt. Maar er wordt wel eten bereid in de houtgestookte pizza-oven, met als brandstof sprokkelhout van Staatsbosbeheer. De X-oven brandt op olijfpitten of kokosschillen.’ 80 à 90 procent van de bereiding gaat op biobrandstof. Koelen gebeurt op CO2.
Steden als Utrecht en Amsterdam beseffen dat de binnenstad wel zo’n beetje is volgebouwd en zoeken voor de open stukjes een groene verlevendiging, duurzaam en circulair. De horeca vult het graag in, het liefst zonder concessies te doen aan comfort. Of zoals Albron het verwoordt: circulair moet ook circuleuk en circulekker zijn. 
Marjon Prummel is hoofdredacteur van Misset Horeca.