Die afname is niet verwonderlijk, want cafés en restaurants moesten lang helemaal gesloten blijven en mochten grote delen van het jaar alleen bezorgen.
In 2020 moest de sector verplicht op slot van 15 maart 18 uur tot de heropening op Tweede Pinksterdag, maandag 1 juni. De tweede lockdown begon woensdag 14 oktober om 22 uur ’s avonds en liep door tot ver in 2021. Op 28 april mochten de terrassen - beperkt - weer open. Vijf juni mochten er ook binnen weer gasten plaatsnemen.
Daarnaast werden in periodes waarin de lockdown niet van kracht was, vroegere sluitingstijden gehanteerd, en konden door reisbeperkingen en afstandsmaatregelen minder klanten worden binnengelaten. Daarnaast viel een groot deel van het buitenlandse toerisme weg, van grote invloed op de hotelsector.
Meer details over de daling van de horeca omzet
De eerste lockdown is goed terug te zien in de omzetcijfers van het eerste en tweede kwartaal van 2020. In het eerste kwartaal viel de klap nog mee, omdat eet- en drinkgelegenheden alleen in de laatste twee weken van dit kwartaal de deuren dicht moest houden. In het tweede kwartaal waren deze branches gedurende ruim acht weken gedwongen dicht en liep de horeca-omzet terug met 58 procent vergeleken met een jaar eerder. Na de heropening per 1 juni 2020 herstelde de horeca-omzet zich in het derde kwartaal tot 13 procent onder het niveau van een jaar eerder.
Veel horecabedrijven moesten per 14 oktober 2020 de deuren echter weer sluiten, waardoor de omzet in het vierde kwartaal 53 procent lager was dan een jaar eerder. Tijdens het vierde kwartaal bleven de eet- en drinkgelegenheden dit keer niet ruim acht, maar elf weken in lockdown. De omzetdaling ten opzichte van een jaar eerder was echter kleiner dan tijdens de eerste lockdown.
Dezelfde trend zette zich ook in het eerste kwartaal van 2021 door. Toen waren de eet- en drinkgelegenheden gedurende het gehele kwartaal dicht, maar was de omzetdaling van de horeca met 47 procent ten opzichte van een jaar eerder toch weer kleiner. Wel is het zo dat in het laatste geval wordt vergeleken met het eerste kwartaal van 2020, toen de lockdown pas in de laatste twee weken van maart van kracht werd.
Het waren vooral de branches kantines en catering, en fastfoodrestaurants, ijssalons, afhaalrestaurants etc. die een steeds minder grote omzetdaling kenden, ondanks dat de duur van de lockdown per kwartaal toenam. Zij mochten geen klanten meer ontvangen, maar konden in veel gevallen nog wel afhaalmaaltijden verkopen en bezorgen. Restaurants deden dit ook, maar in mindere mate. Het omzetverlies tijdens de tweede lockdown was het grootst bij cafés. Deze branche is het minst gericht op het brengen en afhalen.
Banen in de horeca
Door het uitblijven van een faillissementsgolf bleef vooral het aantal vaste banen (met een contract voor onbepaalde tijd) in de eerste maanden van de coronacrisis nog op peil. Naarmate de lockdown langer duurde daalde uiteindelijk ook het aantal vaste banen in de horeca. In maart 2021 lag het aantal horecabanen met een contract voor onbepaalde tijd 10 procent onder het niveau van een jaar eerder. In vergelijking met begin 2020 waren er in de eerste maanden van 2021 ruim 100 duizend horecabanen minder. De grootste daling zat bij de banen op oproepbasis en bij werknemers onder de 25 jaar oud.
Sinds de heropening van de horeca is er een enorme schaarste van goed personeel. Branchevereniging Koninklijke Horeca Nederland schat dat bijna een kwart van de 450.000 horecamedewerkers in coronatijd is uitgestroomd.
Net voor de corona-uitbraak in februari 2020 waren er 431.000 banen van werknemers in de horeca. In de 3 jaren voor 2020 nam het aantal werknemersbanen in de horeca in het voorjaar en in de zomer tijdelijk toe met ongeveer 40.000.
De grootste schommelingen in het aantal banen door het jaar heen worden doorgaans opgevangen door werknemers onder de 25 jaar. Het gaat daarbij vooral om jonge kelners en barpersoneel. Ook in 2020 was dit het geval. Wel is er een duidelijk verschil tussen de daling van het aantal banen in de eerste lockdown tot 1 juni 2020 en die van de tweede lockdown.
Tijdens de eerste lockdown daalde vooral het aantal banen van jongeren onder de 25 jaar, terwijl het aantal banen van oudere horecawerknemers nagenoeg gelijk bleef. Na oktober 2020 begon echter ook het aantal banen van oudere werknemers in de horeca sterker te dalen. In maart 2021 waren er 37.000 minder banen van oudere horecawerknemers dan een jaar eerder.
Overnachtingen in het coronajaar
Nederlandse campings hoefden alleen tijdens de eerste lockdown in het tweede kwartaal van 2020 tijdelijk hun deuren te sluiten in enkele veiligheidsregio’s. Dit resulteerde in een omzetdaling van meer dan 40 procent vergeleken met een jaar eerder. Per 15 juni 2020 waren alle campings in Nederland weer open. In het derde kwartaal werd alweer meer omzet gedraaid dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Tijdens de tweede coronagolf zagen campings en overige logiesverstrekkers (zoals vakantieparken) de omzet toch weer teruglopen. De parken zelf waren weliswaar open, maar veel (horeca-)faciliteiten bleven niet of slechts beperkt toegankelijk.
Hotels konden ook tijdens de coronacrisis de deuren openhouden, maar zagen hun omzet toch sterk dalen door de vele reisbeperkingen. Het effect hiervan is een op een terug te zien in het aantal overnachtingen per kwartaal. Dat lag in het tweede kwartaal van 2020 op slechts een fractie van het niveau van een jaar eerder. Toen de reisbeperkingen in het derde kwartaal werden versoepeld steeg het aantal overnachtingen weer snel.
Doordat mensen in de zomer van 2020 veelal kozen voor een vakantie in eigen land, steeg het aantal overnachtingen door Nederlanders, maar daalde juist het hotelbezoek door buitenlandse gasten. Daarnaast kozen Nederlanders er in eigen land doorgaans voor om niet in hotels te verblijven, maar om op campings en vakantieparken te gaan staan. Tijdens de tweede coronagolf daalde het aantal hotelovernachtingen weer zeer sterk vergeleken met een jaar eerder, ook onder Nederlanders.
Toeleveranciers
Van die beperkingen hadden ook toeleveranciers last, de drankensector voorop. Die leverde afgelopen jaar voor 215 miljoen euro aan de horeca, de helft van een jaar eerder. De productie van de drankenindustrie liep daardoor met ruim 5 procent terug. Ook creatieve diensten, kunst en amusement leden onder de coronabeperkingen in de horeca, net als uitzendbureaus die personeel werven voor de sector.
Ook de inkoop van de horeca bij de voedingsmiddelenindustrie nam met een derde af. Die bedrijfstak bedient echter veel meer groepen en is ook sterk exportgericht. Daardoor nam de productie van de voedingsmiddelenindustrie slechts met 0,8 procent af.