De Belastingdienst heeft de modelovereenkomst waarmee het digitale werkplatform Temper de relatie tussen horecazaak en de werkende regelt, verlengd tot 1 januari 2022. Dit betekent dat flexibele bijverdieners die via Temper bij horecabedrijven werken door de Belastingdienst als zelfstandigen beschouwd blijven worden.
Niels Arntz, medeoprichter van Temper noemt het goed nieuws. ‘De Belastingdienst heeft zelf onderzoek gedaan en geen verkapte dienstbetrekkingen aangetroffen tussen Temper en onze flexkrachten. Hij verwacht dan ook dat de overeenkomst ook voor 2022 zal gelden. ‘Maar de arbeidsmarkt is in Den Haag regelmatig onderwerp van discussie. Ik denk dat daarom de Belastingdienst wat voorzichtig is met overeenkomsten met een langere termijn.’
Eind 2020 concludeerde de Belastingdienst al op basis van onderzoek dat er geen sprake was van dienstbetrekkingen tussen Temper en de flexibele bijverdieners. En onlangs constateerde de inspectie SZW na drie jaar onderzoek dat er in slechts twee van de meer dan vijfentwintigduizend gevallen mogelijk sprake zou zijn geweest van schijnzelfstandigheid. Wat Temper betreft is de status van het populaire digitale prikbord nu glashelder.
Na de zomer gaan Temper en de Belastingdienst in overleg over verlenging van de modelovereenkomst na 1 januari 2022. ‘Het besluit tot verdere verlenging zal gekoppeld zijn aan de vaststelling of er in de praktijk ook conform de modelovereenkomst gewerkt is. Het is alleen maar goed dat ze extra grondig onderzoek doen, zoals we van ze gewend zijn. Ik heb alle vertrouwen dat ook dit onderzoek positief gaat uitpakken voor Temper,’ aldus Arntz.
Explosieve groei in vraag personeel
Nu de horeca binnen weer mag starten vanaf 5 juni ziet Temper een explosieve groei in de vraag naar flexwerkers. ‘Toen de terrassen open mochten van 12 tot 18 zagen we nog maar weinig beweging. Toen daar wat verruiming in kwam vanaf 19 mei zag je de vraag stijgen en nu ook voor binnen weer perspectief is, zien we een enorme stijging.’
Temper raakte in de eerste coronagolf ook 95 procent van haar omzet kwijt. ‘Wij bedienen nu meer branches waaronder logistiek waardoor de klap in de tweede lockdown beduidend minder hard was.’ Arntz erkent dat horecabedrijven de meeste schade hebben geleden. 'Maar horeca blijft een bijzondere sector voor ons, die we graag de aandacht geven die het verdient. Ook al zijn we nu ook actief in andere branches.’
