Het voorstel om het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen met 1,2 procent extra te verhogen, werd vorige maand met een ruime meerderheid aangenomen in de Tweede Kamer, mede dankzij steun van de PVV. Maar de partijen die toen tegen stemden, waaronder ook BBB, hebben samen wél een meerderheid in de Eerste Kamer.
KHN riep Kamerleden ook op om voorgestelde extra verhoging minimumloon te schrappen. Het wettelijk minimumloon wordt twee keer per jaar aangepast: op 1 januari en op 1 juli van elk jaar. Daarbovenop is demissionair minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Gennip van plan om het WML per 1 juli extra te laten stijgen, namelijk met 1,2%. Dit wordt een bijzondere verhoging genoemd en komt dus boven op de reguliere verhoging.
Verhoging WML leidt tot hogere loonkosten
Het extra verhogen van het WML leidt tot hogere loonkosten voor ondernemers waardoor de marges nog meer onder druk komen te staan. KHN: 'De ambitie van het kabinet om de bestaanszekerheid van lage- en middeninkomens te verstevigen is nog wel te volgen, maar het is onacceptabel dat de rekening hiervoor bij ondernemers gelegd worden. Er zijn andere manieren om bestaanszekerheid voor werknemers te vergroten, bijvoorbeeld door de lasten op arbeid te verlagen, het toeslagenstelsel te herzien en extra werken aantrekkelijk te maken.'