Door gestegen kosten van onder andere energie en inkoop, staan de marges namelijk enorm onder druk. Marijke Vuik, voorzitter KHN: 'Gelukkig is de branche veerkrachtig; investeren in medewerkers, innovatie en duurzaamheid is cruciaal voor een toekomstbestendige horeca'.
Marges staan onder druk
Het jaar 2023 stond in het teken van een economische opleving van de horeca. De omzet lag met 31 miljard weer ruim boven het niveau van voor de pandemie en steeg gemiddeld met 14% ten opzichte van 2022. Het volume groeide met 6,7%. Deze groei is met name te verklaren doordat in de eerste twee maanden van 2022 nog strenge coronamaatregelen golden voor de horeca. Hierdoor zien we een flink herstel in het eerste kwartaal van 2023 ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2022.
Het tweede en derde kwartaal van 2023 vertoonden een ander beeld, met zelfs een krimp in het volume bij cafés en fastfoodbedrijven. Bovendien daalden de marges in 2023 gemiddeld met 2 procentpunten ten opzichte van 2022. Dit is geen verrassing, gezien de enorm gestegen kosten van energie, personeel, inkoop en huisvesting. Dit zijn kosten die horecaondernemers niet of nauwelijks door kunnen berekenen aan de gast. Voor het eerst sinds 2015 zien we ook een daling in het aantal horecalocaties.
Weinig groei in 2024
Voor de horeca belooft 2024 weinig verbetering. De verwachtingen van De Nederlandsche Bank (DNB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zijn unaniem: de Nederlandse economie zal nauwelijks groeien, met een inflatieverwachting die varieert van 2,9 tot 4,2%. Banken voorspellen voor de horeca weinig tot geen volumegroei.
Personeelskrapte blijft; horeca is wel over de piek heen
Volgens het meest recente arbeidsmarktrapport van KHN en SVH, opgesteld door ABF Research, vertoont de arbeidsmarkt in de horeca duidelijk herstel na de pandemie. Het aantal werkenden in de horeca steeg in 2022 tot boven het niveau van vóór de pandemie, met meer dan 508.000 werknemers. Desondanks blijft er een aanhoudende krapte in de sector.
In het derde kwartaal van 2022 werd het recordaantal van 41.000 vacatures vervuld. Vanaf de eerste helft van 2023 lijkt het aantal werkenden zich te stabiliseren. Ondanks de economische onzekerheden in 2024, die ook een weerslag zullen hebben op de vraag naar arbeid, is de verwachting dat het personeelstekort in de horeca de komende jaren wel zal aanhouden. Dit komt voornamelijk door vergrijzing en een afname van het aantal jongeren dat beschikbaar is voor de sector. 'Dit is het nieuwe normaal', aldus Vuik.
Hoge arbeidsmarktmobiliteit
De arbeidsmarktmobiliteit in de horeca blijft hoog, met een bruto instroom van 45% in 2022. Hiervan is 9% doorstroom binnen de sector en 36% nieuwe instroom van buitenaf. Voor het grootste deel gaat het om flexibel werk, waarbinnen oproepkrachten de grootste groep vormen. Deze flexibiliteit is van essentieel belang voor de sector. Niet alleen vanwege de seizoenschommelingen, maar ook vanuit de flexibiliteitswensen van (jonge) werknemers.
Minder vakkrachten
De vergrijzing heeft ook in de horeca voor de aanwas van jonge vakkrachten. Het aantal leerlingen in het horecaberoepsonderwijs daalt al een aantal jaren op rij. In schooljaar 2017-2018 volgden 35.400 studenten een horecaopleiding in het mbo of hbo. In schooljaar 2021-2022 waren dit nog 29.400 studenten (-17%).
Investeer in mensen, innovatie en duurzaamheid
Om als branche toekomstbestendig te zijn, is het noodzakelijk om te blijven investeren in goede medewerkers. 'Dat blijft ook een van de speerpunten van KHN. Medewerkers maken het verschil. KHN ondersteunt haar leden hierin via een eigen personeelsplan en de KHN Academie voor leven lang leren, maar ook door samen te werken met andere partijen in de gastvrijheidssector via het Hospitality Pact.'
Investeren in duurzaamheid en innovatie is niet alleen een wens vanuit Den Haag of Brussel, maar ook enorm belangrijk voor toekomstige generaties. Daarnaast kunnen dergelijke investeringen leiden tot kostenbesparingen. 'Hiervoor is het echter van groot belang dat het kabinet samen met de branche werk maakt van een sterk ondernemersklimaat waarin ondernemen weer loont. Met de juiste balans tussen werk en zekerheid, realistische duurzaamheids- en gezondheidsambities en minder regeldruk. Dit geeft mkb-ondernemers ook daadwerkelijk de kans om weer een sprong voorwaarts te kunnen maken', aldus Vuik. 'In plaats van weer het minimumloon verder te verhogen.'