De horeca heeft veel last van de hoge kosten voor onder meer inkoop, personeel en energie. Omdat ondernemers die kosten deels doorberekenen aan gasten, zullen de kosten voor een restaurant- of cafébezoek toenemen. Als gevolg van die problemen zullen in 2023 meer horecabedrijven hun deuren moeten sluiten, verwacht ING.
Naar verwachting stijgen de prijzen in restaurants en cafés dit jaar met 8 procent. Dat komt volgens ING onder meer door de hoge inkoopprijzen. Zo steeg de prijs van bier met 12 procent. Ook de kosten voor onder meer koffie, brood en boter liggen hoger. Daar bovenop komen de gestegen kosten voor energie en personeelskosten. Volgend jaar stijgen de inkoopprijzen met nog eens 3 procent, denkt ING.
Krimp van 1 procent
Aan de totaalwaarde van de pintransacties ziet ING dat gasten minder uitgeven, mogelijk als gevolg van de hoge inflatie en het lage consumentenvertrouwen. Zo was de waarde van pinbetalingen in de horeca in het derde kwartaal 1 procent lager dan die in het tweede kwartaal van dit jaar.
ABN Amro rekent niet in waarde maar in volume en ziet dat in 2022 het volume in de leisuremarkt, waar naast horeca ook sport en recreatie toe wordt gerekend, nog met 40 procent toenam ten opzichte van het jaar ervoor. Voor 2023 voorspelt deze bank een krimp in volume van 1 procent. Daarmee komt de gehele leisuresector volgens ABN Amro in 2023 uit op een volume van 94 procent van 2019.
Meer horecafaillissementen in 2023
Volgens ABN Amro is naast de afnemende koopkracht ook het einde aan de inhaalvraag een oorzaak van de daling. Zowel ABN Amro als ING voorzien een stijging van het aantal faillissementen en bedrijfsbeëindigingen in 2023.
Niet alleen zullen de hoge kosten volgend jaar zijn weerslag hebben op de horecasector, ook zal het terugbetalen van coronasteun en uitgestelde loonbelasting, waar veel bedrijven in oktober mee zijn begonnen, voor een aantal ondernemers tot financiële problemen leiden.
Energiekosten
Waar die terugbetalingen door veel ondernemers wel waren voorzien, zijn de onverwacht gestegen kosten voor energie dat niet. In 2019 bedroeg de energierekening gemiddeld 2,5 procent van de omzet en 17 procent van het resultaat. Zodra de energierekening zoals in sommige gevallen vijf keer zo hoog wordt, blijft er weinig van het resultaat over.
Zo berekende vastgoedadviseur Colliers eerder al dat veel hotels hun volledige bedrijfsresultaat zien opgaan aan de energierekening.
Of de aangekondige overheidssteun hierin voldoende zal zijn, moet nog blijken. Wel is de drempel verlaagd: eerst kwam een bedrijf alleen in aanmerking voor de Tegemoetkoming Energie Kosten (TEK) als minstens 12,5 procent van de omzet opgaat aan energie. Dat is nu verlaagd naar 7 procent.
Wel gaat de regeling pas in het tweede kwartaal van 2023 in, niet alle ondernemers zullen dat halen. Ook blijft de verbruiksondergrens bestaan (minimaal jaarlijks verbruik van 5000 kubieke meter gas of 50.000 kwh elektriciteit), waardoor veel horecaondernemers niet in aanmerking komen.
Daarnaast nemen de arbeidskosten toe door personeelstekorten. Zo geeft maar liefst een kwart van de restaurants, cafés en hotels aan dat ze een duidelijke stijging van de loonkosten ervaren. Veel horecaondernemingen kampen daarnaast met de gestegen voedingsprijzen; de inkoop is hierdoor fors duurder geworden.
Doorberekenen?
Veel ondernemers kunnen niet alle kosten doorberekenen aan hun gasten, om de simpele reden dat die gasten dan wegblijven. Hotels zitten wat dat betreft in een relatief betere positie, ziet ING. Zo zijn de prijzen in hotels in het derde kwartaal met een kwart gestegen ten opzichte van eind 2019.
Volgens ABN Amro berekent bijna 66 procent van de hotels de gestegen kosten niet of slechts voor een klein deel door. Bij cafés en restaurants ligt dat percentage op ruim 71 procent.