In het rapport Bezorgd om Maaltijdbezorgers legt FNV de drie grote maaltijdbezorgers onder de loep: Thuisbezorgd.nl, Deliveroo en Uber Eats. De vakbond heeft vooral kritiek op de schijnzelfstandigheid van maaltijdbezorgers die voor Deiliveroo of Uber Eats werken.
’54 miljoen besparen op arbeidskosten’
‘Het werken met schijnzelfstandigen is enorm profijtelijk voor Deliveroo en Uber Eats’, schrijft FNV. ‘Door het niet betalen van de riders volgens de cao voor beroepsgoederenvervoer, die van toepassing is op elke vorm van vervoer over de weg, besparen de platforms 54 miljoen euro per jaar op arbeidskosten. Dit betekent dat een parttime rider op jaarbasis 3.400 euro te weinig verdient en een fulltime rider op jaarbasis 11.700 euro te weinig ontvangt. Ook de samenleving loopt veel geld mis: bijna 32 miljoen euro aan belastinggeld, sociale zekerheidsafdrachten en pensioenpremie.’
Maaltijdbezorgers steeds meer opgejaagd
De vakbond sprak met honderden maaltijdbezorgers en analyseerde de inkomensgegevens. Een aantal persoonlijke verhalen is te lezen in het rapport. In het rapport komt volgens FNV duidelijk naar voren dat de maaltijdbezorgers steeds meer opgejaagd worden door de algoritmes die de platforms gebruiken en steeds meer uren moeten werken om hetzelfde te verdienen. Marije Ottervanger, campagneleider platformwerk bij FNV, benadrukt dat de maaltijdbezorgers in de praktijk helemaal niet zelfstandig zijn. ‘Ze kunnen niet onderhandelen over hun tarief en het platform houdt bij hoe het werk wordt gedaan en bepaalt wie het werk doet.’
Nieuwe regels
FNV wijst verder op het eenzijdig opleggen van nieuwe regels door de platforms en een overheid die bestaande regelgeving omtrent schijnzelfstandigheid niet handhaaft. Ottervanger: ‘Het is echt onbegrijpelijk dat de minister niet allang heeft ingegrepen.’
Beconcurreren op prijs
De Nederlandse maaltijdbezorgsector is volgens FNV een afspiegeling van de wereldwijde concurrentiestrijd tussen de maaltijdbezorgplatforms. ‘In de sector worden miljarden omgezet. De platforms beconcurreren elkaar op prijs: wie de laagste kosten heeft, kan voor een lagere prijs bezorgen. En dat zorgt weer voor meer klanten en een groter marktaandeel. Het doel is een monopolypositie bereiken. Als dat bereikt is kunnen de platforms de tarieven bepalen en winstgevend worden. Tot die tijd zijn deze met elkaar verwikkeld in een ‘race to the bottom’ op arbeidsvoorwaarden.’