In Nederland kwam de gemiddelde bezettingsgraad over heel 2020 uit op 30,0 procent, becijfert onderzoeksbureau STR. Dat is 60,3 procent lager dan het gemiddelde van 2019. Redenen zijn er te over. Eerst was daar het volledig sluiten van hotels in de eerste lockdown. Ook toen die weer open mochten, bleven veel kamers leeg. Het verbod op congressen hield de zakelijke gasten voor een groot deel weg, reisbeperkingen lieten de stroom internationale gasten nagenoeg opdrogen. En de forse restricties sinds oktober, waarbij eerst alcohol na 20.00 uur werd verboden en later de restaurants en bars helemaal dicht moesten, maakten hotels minder aantrekkelijk voor binnenlandse leisuregasten.
De gemiddelde kamerprijs (ADR – Average Daily Rate) zakte tot onder de honderd euro en bleef steken op €93,06, een daling van 24,1 procent ten opzichte van 2019. De omzet per beschikbare kamer (RevPAR - Revenue Per Available Room) daalde het hardst en kwam liefst 69,8 procent lager uit op €27,96.
Alle drie de kerncijfers komen uit op het laagste niveau ooit. Daarbij zijn ze nog enigszins ‘gered’ door hotels aan de kust en in de bossen, die ondanks alles een topzomer kenden en soms zelfs beter presteerden dan in 2019. De zwaarste klappen vielen in de steden, waarbij vooral Amsterdam, dat zwaar leunt op congressen en internationaal toerisme, het goed voor de kiezen kreeg en de bezetting zag dalen tot onder de 10 procent.
Landelijk was, niet verwonderlijk, april de maand met de laagste bezetting: slechts 8,5 procent. Hotels waren in principe gesloten. Sommige bleven open voor gestrande reizigers of zorgmedewerkers. Die landelijk gemiddelde bezetting steeg in augustus naar 44,2 procent, de beste maand van 2020. In december was die weer gezakt tot 14,2 procent, als gevolg van de steeds strenger wordende restricties.
Europa
Op alle vlakken lijkt de Nederlandse hotellerie harder getroffen dan het Europees gemiddelde. De bezetting was voor heel Europa gemiddeld 33,1 procent in 2020, dat is 54,2 procent lager dan 2019. De Europese ADR komt voor 2020 uit op €93,34 (18,2 procent lager dan 2019), waar Nederland normaal gesproken altijd boven het Europese gemiddelde ligt. De RevPAR was vorig jaar in Europa gemiddeld €30,86 (62,5 procent lager dan een jaar eerder).
Bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, waarvan toch wordt gezegd dat het een van de zwaarst getroffen landen in Europa is, zeker nu met de Britse variant van corona, doet het in sommige opzichten beter dan Nederland met een bezetting van 40,5 procent (-47,7 procent ten opzichte van 2019), een ADR van €81,24 (-23,9 procent) en een RevPAR van €32,88 (-60,2 procent).