Door wereldwijde reisbeperkingen om de verspreiding van het nieuwe coronavirus te voorkomen, bleef het overgrote deel van alle hotelkamers leeg. Topman Sébastien Bazin van Accor spreekt van een ongeëvenaarde schok voor de hotelsector. Hoewel hij ervan uitgaat dat het dieptepunt van de crisis achter de rug is, denkt hij dat de weg naar volledig herstel nog lang is.
In het eerste halfjaar halveerde de omzet van Accor, dat in Nederland ruim vijftig hotels heeft, tot 917 miljoen euro. Zo valt te lezen in da halfjaarcijfers van het bedrijf. De bezetting van alle hotelkamers wereldwijd was nog geen 15 procent. Mensen die nog wel een overnachting boekten, deden dat bovendien voor lagere prijzen.
Bovenop een negatief bedrijfsresultaat van 227 miljoen euro kwamen ook nog eens eenmalige lasten van 1 miljard euro. Die waren vooral het resultaat van afschrijvingen, nu hotels naar alle waarschijnlijkheid pas in 2023 dezelfde inkomsten genereren als voor de uitbraak van de coronapandemie.
Kosten structureel naar beneden
Accor neemt verschillende maatregelen om de kosten structureel naar beneden te brengen. Zo wil het bedrijf volledig asset-light worden, wat er op neerkomt dat het van geen enkel hotel het vastgoed zelf in handen zal hebben. Ook de duizend banen die verdwijnen, vooral in Europa en Australië, horen bij de maatregelen. Samen moet dat een besparing van 200 miljoen opleveren, op een totaal kostenplaatje voor deze posten van 1,2 miljard.
Op iets kleinere schaal hebben de leden van de raad van bestuur hun eigen beloning met 20 procent teruggeschroefd, dat geld wordt in Accors eigen All Heartist initiatief gestoken. Ceo Sébastien Bazin levert voor de duur van de crisis een kwart van zijn beloning in.
Accor heeft wereldwijd 5099 hotels, met in totaal 747.805 kamers. Omdat de contracten ver voor de crisis werden getekend, opende het concern in de eerste zes maanden van dit jaar 86 nieuwe hotels, samen goed voor ruim 12.000 kamers.