Horecaondernemers mogen voor dit tijdvak ook zelf een referentieperiode kiezen: het tweede kwartaal van 2019 (april, mei, juni) of het derde kwartaal van 2020 (juli, aug, sept). In maart besloot het kabinet het percentage te verhogen van 85 naar 100 procent.Â
In Q2 van 2021 mocht de horeca heel voorzichtig heropenen. Beginnend met de terrassen vanaf 28 april van 12 tot 18 uur. In dit tijdvak zal niemand zijn oude omzet behaald hebben. Sinds 5 juni mag horeca binnen gasten ontvangen, maar nog steeds op 1,5 meter afstand van elkaar, tenzij het gaat om hetzelfde huishouden en maar tot 22 uur ’s avonds.
Minimaal omzetverlies van 30 procent
Ondernemers kunnen een aanvraag TVL doen bij een minimaal omzetverlies van 30% en minimaal € 1.500 vaste lasten per kwartaal (geen werkelijke vaste lasten). Het minimum subsidiebedrag is € 1.500.
subsidie = normale omzet/referentieomzet x omzetverlies in % x aandeel vaste lasten in % x 100 procent (was 85%)
Als je voldoet aan de voorwaarden, ontvang je een voorschot van 80% op basis van het verwachte omzetverlies.
Na afloop van de subsidieperiode wordt het werkelijke subsidie bedrag vastgesteld nadat de behaalde omzet is opgegeven.
Deze TVL ook voor startende horeca
Startende ondernemers die voor 30 juni 2020 zijn ingeschreven in het Handelsregister van KVK kunnen ook TVL Q2 aanvragen. Mkb-bedrijven kunnen maximaal € 550.000 subsidie voor het tweede kwartaal ontvangen. Voor grote bedrijven is het maximum € 1.200.000.
Voorwaarden TVL Q2 2021
Je bedrijf heeft meer dan 30% omzetverlies in het 2e kwartaal van 2021 vergeleken met het 2e kwartaal van 2019 of het 3e kwartaal van 2020 (juli, aug en sept). Je kiest zelf welke referentieperiode het gunstigste is: Q2 2019 of Q3 2020. Als je Q3 2020 als referentieperiode kiest, telt de ontvangen TVL of andere Covid-19 subsidies (zoals TOGS, NOW, etc.) uit Q3 2020 niet mee als omzet. Heb je vorig jaar net na de heropening een heel goede zomer gedraaid, dan is Q3 minder geschikt. De vaste lasten zijn minimaal € 1.500 per kwartaal, op basis van het percentage vaste lasten dat bij je hoofdactiviteit hoort. Let op: het gaat om berekende vaste lasten, en niet om de werkelijke vaste lasten.
Wat valt onder omzet en vaste lasten?
Omzet: Onder omzet vallen alle inkomsten zonder de ontvangen btw en vóór aftrek van kosten en vaste lasten. Als je aangifte voor de omzetbelasting moet doen, kun je de posten Prestaties binnenland (1a, 1b, 1c en 1e) en Prestaties naar of in het buitenland (3a, 3b en 3c) van de btw-aangifte gebruiken als omzet.
Vaste lasten: Voor de berekening van de vaste lasten gebruiken we het gemiddelde aandeel van de vaste lasten in de omzet van je branche. Dit noemen we het percentage vaste lasten. De werkelijke vaste lasten hoef je dus niet op te geven.
SBI codes en vaste lasten
Voor de SBI codes die beginnen met 55 (hotels bijvoorbeeld) is het percentage vaste lasten vastgesteld op 40 procent, voor SBI codes die beginnen met 56 (restaurants, cafetaria’s, catering) is het percentage vaste lasten 25 procent.
SBI staat voor Standaard Bedrijfsindeling en geeft aan wat de hoofd- en de nevenactiviteiten van een bedrijf zijn. Met welke hoofdactiviteit je bedrijf op 15 maart 2020 stond ingeschreven in het Handelsregister van KVK is leidend. Alleen als je eerder na een herbeoordeling of bezwaar TVL ontving voor een andere SBI-code, kom je u ook met deze SBI-code in aanmerking. Het aanvraagsysteem kiest in dat geval automatisch de gunstigste SBI-code.
Definitieve TVL Q1 2021 in juli
Ondernemers die TVL Q1 2021 hebben aangevraagd, ontvangen vanaf de tweede helft van juli per mail het vaststellingsverzoek. Tijdens de vaststelling kunnen ze de werkelijke omzet doorgeven. Daarmee berekent de uitvoerende instantie - De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland - het definitieve subsidiebedrag.