Het convenant dat AB InBev in Breda tekende was een voorschot op een landelijk initiatief, zo blijkt nu.
In Breda kwam 's werelds grootste bierbrouwer met de verhuurders van panden overheen om gezamenlijk 2/3 van de huur van de maanden april en mei op zich te nemen. Beide partijen 1/3. Zodoende worden horecaondernemers, die vanwege de coronacrisis in zwaar weer verkeren, voor die maanden met 67% tegemoetgekomen in de kosten.
'Dat was een mooi initiatief van de lokale afdeling van KHN en burgemeester Depla', zegt AB InBev-woordvoerder Wilco Heiwegen. 'En dat gaan we nu dus voor heel Nederland doorvoeren.'
Ruim 700 zaken AB InBev
De bierbrouwer heeft geen eigen panden, maar is bij zo'n 700 horecaondernemers als 'tussenhuurder' betrokken. Wat zoveel inhoudt dat AB InBev het pand huurt van de pandeigenaar en dit doorverhuurt aan horecaondernemers.
En in al die panden neemt de bierbrouwer nu voor de maanden april en mei 1/3 van de huur voor haar rekening. Heiwegen: 'En met veel pandeigenaren zijn we nu overeengekomen dat zij ook 1/3 voor hun rekening nemen. Zo hoeven de ondernemers zelf twee maanden lang ook maar 1/3 bij te leggen.'
Maar net zoals in Breda, zijn er ook landelijk nog vastgoedeigenaren die niet willen opdraaien voor 1/3 van de huur. AB InBev-directeur Mark Hanssen: 'We roepen vastgoedeigenaren die nog niet akkoord zijn gegaan op dit alsnog te doen en vragen horecaondernemers het voorstel te omarmen, want alleen samen kunnen we de horeca door de crisis heen helpen.'