De inkomstenstijging komt volgens het FSIN voor een aanzienlijk deel door de inflatie. Zo stijgen de prijzen in de horeca- en fastfoodsector dit jaar met ongeveer 5 tot 10 procent. Maar de inkoopkosten voor horecabedrijven zijn sterker gestegen dan de inflatie, stelt het FSIN, wat de marges voor deze ondernemers onder druk zet. Ook de huurprijzen en het betalen van tijdens corona uitgestelde belastingen drukken op de winstmarges.
Verder hebben veel ondernemers last van personeelstekorten. Koks zijn bijvoorbeeld lastig te vinden. Deze ontwikkelingen leiden volgens het FSIN tot minder omzet en hogere loonkosten. Ook hebben veel horecaondernemers daardoor besloten hun openingstijden aan te passen. Zonder die beperkte openingstijden zou de omzet in 2023 een stuk hoger hebben gelegen, vermoedt het FSIN.
60 procent van de mensen vindt uit eten gaan te duur
Met name jongere Nederlanders spenderen meer tijd en geld buitenshuis in vergelijking met oudere generaties, constateert het kennisplatform verder. Wel geven zes op de tien consumenten aan dat uit eten gaan inmiddels te duur is, meldt het FSIN op basis van eigen consumentenonderzoek.
Dat betekent echter niet dat Nederlanders minder buiten de deur eten, merkt FSIN-directeur Inga Blokker op. 'Tot nu toe blijven ze de horeca graag en veel bezoeken. Toch blijft het voor de horeca van groot belang om zichzelf niet uit de markt te prijzen. De alternatieven - thuis koken of een kant-en-klaarmaaltijd kopen bij de supermarkt - blijven aanvaardbare opties.'
Voor volgend jaar verwacht het FSIN dat de omzetgroei afvlakt, naar een groei van 6,1 procent. Daarmee zou de omzet uit de horeca- en fastfoodsector in 2024 uitkomen op ruim 23 miljard euro.