Het wettelijke minimumloon wordt twee keer per jaar geïndexeerd. Op 1 januari 2023 is een extra verhoging doorgevoerd. Dat gaf toen opgeteld een 10,15% hoger wettelijke minimum maandloon en afgeleide week- en jeugdbedragen. Per 1 juli 2023 en 1 januari 2024 volgt weer de reguliere indexering en die volgt de trend van de landelijke lonen.
Weer verhoging per 1 januari 2024
Het wettelijke minimum uurloon wordt per 2024 op basis van een 36-urige werkweek berekend. Dat is een 5,5% hoger wettelijk minimum uurloon ten opzichte van de normale arbeidsduur horeca van 38 uur. Het wettelijke minimum uurloon wordt afgeleid van het wettelijke minimum maandloon. Nu is dat nog op basis van 38 uur en per 2024 wordt dat dus 36 uur.
Per 1 januari 2024 verandert het wettelijke minimum maandloon niet (met uitzondering van de reguliere indexatie). Het afgeleide wettelijke minimum uurloon - van 38 naar 36 uur - voor de horeca is dan dus 5,5% hoger dan nu. Als je niet 36 uur maar 38 uur werkt, wordt 38 keer het nieuwe wettelijke uurloon uitbetaald.
Nieuwe cao-loontabel horeca
De horeca-cao’s kennen een gemiddelde 38-urige werkweek als Normale ArbeidsDuur (NAD). Bij 38 uur wordt het minimum maandloon dan het nieuwe WML maandbedrag plus 5,5%. Je betaalt namelijk twee uur per week meer omdat je bij voltijd per week 38x het nieuwe wettelijke minimum uurloon moet uitbetalen. Het uurloon zelf stijgt door de nieuwe rekenmethode met 5,5%. Uiteraard kun je een werknemer in deeltijd aannemen voor bijvoorbeeld 36 uur. Het minimumloon kan na de geraamde inflatiecorrectie op 1 januari én de correctie van 38 naar 36 uur (voor de horeca) op 1 januari 2024 uitkomen op maximaal € 13,16 (nu per 1 juli 2023 € 12,12).
In een toelichting zegt Koninklijke Horeca Nederland (KHN) dat 'de vertaling naar het cao-loongebouw leert dat de functiegroepen I tot en met V per 1 januari 2024 op het minimumloon starten zonder echte vooruitzichten op periodieke verhogingen.'
'Het is dan vooral zaak ook goed te letten op de positie van werknemers die meer dan het WML verdienen. Die mensen zullen ook perspectief en inflatiecorrectie moeten ontvangen. Dat vergt een analyse en evenwichtige aanpak.'