Op dit moment is de Pier in Scheveningen nog wel 'constructief veilig', benadrukt het Haagse stadsbestuur, maar hij heeft 'zijn levensduur bereikt'. Betonnen onderdelen van de Pier zijn 'in zeer slechte staat'. Dat geldt bijvoorbeeld voor de ingang en de eerste 72 meter. Ook de vloeren zijn flink aangetast.
Volgens de gemeente is een bedrag van ongeveer 40 miljoen euro nodig 'om de Pier in huidige vorm weer 50 jaar mee te laten gaan'. De Pier is eigendom van Kondor Wessels Vastgoed. Dat wil een volledig nieuwe en grotere Pier met meer attracties.
Volgens de gemeente wil het bedrijf daarom 'zo min mogelijk investeringen doen in de huidige Pier' en zijn de renovatiekosten 'gezien het verlieslatende verdienmodel geen optie'.
Pier in Scheveningen: sinds 1901
Scheveningen kreeg in 1901 voor het eerst een pier. Het was een houten constructie direct achter het Kurhaus. Die werd in 1943 gesloopt door de Duitse bezetters. In 1961 opende prins Bernhard de huidige Pier, die 100 meter verder naar het noorden ligt.
De 300 meter lange Pier was decennialang een bekende attractie. Het Van der Valkconcern nam het bouwwerk in 1991 over voor een symbolisch bedrag van 1 gulden. In 2011 brak er brand uit op de Pier en een jaar later liet Van der Valk de Pier failliet verklaren.
Door achterstallig onderhoud was de constructie toen al een bouwval. Bezoekers mochten er niet op komen. Kondor Wessels kocht de Pier in 2014. Het bouwwerk werd opgeknapt en opnieuw ingericht, met onder meer een hotel en een reuzenrad. Een deel werd gesloopt. Sinds 2015 is de wandelpier weer in gebruik.