Nederlandse diepgevroren friet worden voor dumpprijzen op de Zuid-Amerikaanse markt verkocht, zegt een aantal landen. Dat meldt het Financieele Dagblad. Op deze manier zouden lokale producenten uit de markt worden gedrukt.
Importlimiet
Brazilië is in actie gekomen en heeft een limiet gesteld aan de hoeveelheid Nederlandse friet die het land binnenkomt. Het land importeert jaarlijks voor 42 miljoen euro Europese aardappelproducten. De export vanuit Europa naar Brazilië is sinds de maatregel met 60 procent afgenomen. Colombia en Peru gaan onderzoek doen naar dumpingpraktijken.
Piet Hein Merckens, ceo van Aviko Nederland, maakt zich zorgen om de ontwikkelingen rondom Nederlandse friet in Zuid-Amerika en is bang dat meer landen maatregelen zullen nemen. Het continent is echter niet de belangrijkste afzetmarkt voor Aviko; Europa staat op nummer één, gevolgd door Azië.
Efficiënt werken
Merckens ontkent dat de Nederlandse friet voor dumpprijzen wordt aangeboden in Zuid-Amerika. ‘Wij werken in Europa heel efficiënt. Door nauw samen te werken met landbouwers kunnen we in Latijns-Amerika de markt op met een concurrerende prijs. Onze producten zijn niet goedkoper dan die van lokale producenten, soms zelfs duurder’, aldus Merckens in het FD.
140 miljoen euro aan friet
Lamb Weston/Meijer, Aviko, Farm Frites, McCain Peka Kroef en Oerlemans Foods exporteren allemaal friet naar Zuid-Amerika en hebben de afgelopen jaren flink geïnvesteerd om hun positie te versterken. In 2015 ging er voor 140 miljoen euro aan friet naar Zuid-Amerika, schrijft de krant.