De vakverenigingen maken bij het protocol wel een voorbehoud: ‘Hoewel wij het belang van de anderhalvemeter-samenleving begrijpen, is deze maatregel voor de horeca nauwelijks rendabel. Wij zien dit protocol dan ook uitdrukkelijk als tussenstap, zodat de horeca nog enigszins draaiende kan blijven. Om uiteindelijk te kunnen overleven, blijft overheidssteun in deze tussenfase noodzakelijk. Hoe dan ook zal de horeca een uitzonderlijk moeilijke tijd doormaken.’
Drie onderdelen
Het protocol is bedoeld voor restaurants en andere horecabedrijven met zitgelegenheid en bestaat uit drie onderdelen, namelijk: gasten, personeel en leveranciers. Bedrijven zonder zitgelegenheid of horecabedrijven die het zitgedeelte tijdelijk buiten gebruik hebben gesteld en zich louter richten op hun afhaal- en/of bezorgfunctie, worden geadviseerd om de richtlijnen en adviezen op te volgen van hun eigen vakorganisatie.
‘Richtlijnen voor afhalen en bezorgen niet veranderen’
ProFri-directeur Frans van Rooij benadrukt dat het protocol een voorstel is en gericht is op horecagelegenheden met zitgelegenheid. ‘Aan de richtlijnen voor afhalen en bezorgen hoeft niets veranderd te worden, dat loopt goed. We zeggen dus niet dat we mensen willen temperaturen die komen afhalen. Het gaat ons om bijvoorbeeld een cafetaria met een restaurantgedeelte met 80 of 100 stoelen, of een ijssalon waar je uitgebreid kunt zitten.’
Voor zaken met bijvoorbeeld 20 of 30 stoelen is het protocol minder zinvol, zegt Van Rooij. ‘Dan levert het protocol meer gedoe op dan de inkomsten die deze tafels voorlopig nog zullen opbrengen. Maar wat zou het fijn zijn als ook deze binnenkort weer in gebruik genomen kunnen worden. Iedere ondernemer zal voor zijn of haar bedrijf moeten kijken wat wel en niet kan, en zal de komende tijd moeten zoeken naar een nieuw evenwicht die de negatieve kasstroom zo snel mogelijk stopt.’
De vakverenigingen willen met het protocol de discussie op gang brengen. ‘Dit is puur bedoeld als eerste stap, om de minister aan het denken te zetten. Of het protocol in zijn geheel wordt geaccepteerd, is van minder belang. We willen er weer beweging in krijgen en we staan er ook positief in. We moeten de horeca vooruit helpen en als we niets indienen, gaan anderen het voor ons beslissen.’
Transparante schermen en mondkapjes
Opgenomen zijn maatregelen als anderhalve meter ruimte tussen stoelen, afscheidingen met transparante schermen, desinfectie-mogelijkheden bij de ingang, contactloze betalingen, looproute-markeringen, het gebruik van handschoentjes en mondkapjes door de medewerkers én richtlijnen voor leveranciers.
Verder doen de organisaties voorstellen over de tafelschikking: ‘Tot 1 juni geldt in zijn algemeenheid, dus ook thuis, dat er niet meer dan 3 personen samen mogen komen. Dit willen wij ook in de horeca doorvoeren, maar dan per tafel. Als deze maatregel na 1 juni versoepeld wordt, kan ook de horeca zich daaraan aanpassen.’
IJssalons nemen protocol deels over
In eerste instantie werd bekendgemaakt dat ook het Ambachtelijk IJscentrum zich achter het protocol had geschaard. Dat blijkt niet het geval. Het Ambachtelijk IJscentrum zegt het protocol op een aantal punten na in te zullen zetten. Welke punten dat zijn, maakt de vereniging na de toespraak van premier Rutte bekend. De temperatuur meten van gasten hoort daar in ieder geval niet bij.
Kritiek op KHN
De brancheorganisaties willen met dit concept-protocol ook hun stem laten horen. Verder roepen ze Koninklijke Horeca Nederland (KHN, bijna 20.000 leden) op om met hen de krachten te bundelen. VCHO en ProFri zijn teleurgesteld dat KHN tot op heden niet bereid is gezamenlijk op te trekken met haar collega-organisaties. ‘Er is één ding waarbij alle circa 60.000 horecaondernemers juist nu baat hebben; dat is dat wij gezamenlijk een vuist maken om hun belangen optimaal te dienen. KHN houdt bij voorstellen van onze kant steeds de boot af en geeft er absoluut geen blijk van de hoeder van gehele horeca te willen zijn.’ Het Ambachtelijk IJscentrum geeft echter aan de verhoudingen niet zo te ervaren en nog met KHN in gesprek te zijn.
