Ik weet inmiddels dat jattende gasten in de horeca de gekste spullen meenemen, van glazen uit restaurants tot de afstandsbediening uit de hotelkamer. Toch was ik toch weer verbaasd over de resultaten uit ons onderzoek naar jattende gasten. 96 procent van de ondernemers wordt erdoor getroffen. Meer dan 40 procent maandelijks, 13 procent dagelijks. Misset Horeca peilde onder ondernemers ook wat er zoal gestolen wordt door gasten. En wat blijkt: glazen, bestek, peper- en zoutmolens, flessen wijn, handdoeken en zelfs gebruikte wc-borstels, het wordt allemaal gewoon meengenomen. De prijs van het gestolen waar lijkt er niet toe te doen.
Ondernemers liggen er niet wakker van. Daarvoor vinden ze de schade te beperkt of noemen het een ‘bedrijfsrisico’. Een confrontatie met de stelende gast vinden ze lastig. De meeste ondernemers blijven aardig, ook als ze weten dat er gestolen is. Ook berekenen ze de schade niet door. Ze knijpen liever een oogje dicht om de gast in de toekomst ook nog te mogen verwelkomen. Want de verliespost van een gast die niet meer terugkomt, is veel groter dan dat gestolen glas, zo wordt geredeneerd.
Maar zijn we niet veel te lief voor onze stelende gasten? Is het niet vreemd dat we het accepteren dat sommige gasten stelen; dat jatten ‘er nu eenmaal bij hoort’? Of is het een kwestie van doorgeslagen beroepsdeformatie dat de gast altijd koning is?
Marjon Prummel is hoofdredacteur van Misset Horeca.