Zo blijkt uit het tweejaarlijks onderzoek van het bedrijfschap Horeca en Catering dat de hoofdstad in 2006 aan een gemiddelde caféhouder het meeste geld vraagt voor een vergunningenpakket: 3671 euro. Het Friese Franekeradeel is het goedkoopst. In die gemeente is de uitbater voor een totaalpakket slechts 110 euro kwijt.
Gemiddeld rekenen gemeenten dit jaar 769 euro voor vergunningen aan een cafébedrijf. Dat is 9 procent meer dan twee jaar geleden. Deze stijging is weliswaar minder groot dan bij de vorige meting: in 2004 werd nog een toename van 23 procent gemeten. Maar een prijsstijging van 9 procent is volgens KHN wel fors meer dan de inflatie. Deze bedroeg in juli 1,8 procent.
De rijksoverheid zou volgens de brancheorganisatie de hoogte van de tarieven voor vergunningen aan banden moeten leggen. De leges van gemeenten zouden in ieder geval niet meer mogen stijgen dan de inflatie.
Vooral de exploitatievergunningen zijn flink duurder geworden de afgelopen twee jaar. Hiervoor stegen de kosten met 29 procent tot gemiddeld 147 euro. Ook zijn de verschillen hier groot. Epe en Den Haag vragen circa 1200 euro voor een dergelijke vergunning, terwijl Venlo, Tilburg en Gorinchem deze gratis verstrekken.
Alleen de terrasvergunningen zijn goedkoper worden. Hier daalde de prijs van gemidddeld 67 euro in 2004 tot 60 euro dit jaar. Maar vaak moeten horecaondernemers ook nog precario (voor de huur van gemeentegrond) betalen om gasten buiten een drankje te laten nuttigen.
In Nijmegen lopen hierdoor de totale kosten voor een terras van vijftig vierkante meter op tot circa 12.000 euro. In Wognum is een dergelijk terras het goedkoopste. Deze gemeente vraagt dit jaar voor een terrasvergunning en precario 70 euro.