Alleen al in de horecabranche zijn dat circa 130 formules met in totaal ongeveer 3400 vestigingen. Remy Albers, franchiseadvocaat van Ludwig & Van Dam Franchiseadvocaten legt het uit.
Franchiseovereenkomsten kunnen doorgaans niet eenzijdig worden gewijzigd. Daarvoor is instemming nodig van de franchisenemers die deze vestingen exploiteren. In hoeverre zijn franchisenemers verplicht om de nieuwe franchiseovereenkomst te aanvaarden?
Welke wijziging noodzakelijk?
Kort samengevat stelt de Wet franchise de volgende eisen aan een franchiseovereenkomst:
- Er dient beschreven te zijn hoe wordt vastgesteld of goodwill aanwezig is in de onderneming van de franchisenemer. Maar ook welke omvang deze heeft en in welke mate deze wordt toegerekend aan de franchisenemer voor wanneer de franchiseovereenkomst eindigt en de franchisegever de vestiging overneemt;
- Door een postcontractueel non-concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst kan een franchisenemer na het einde van de franchise gedurende een bepaalde periode geen concurrerende activiteiten ontplooien. Het postcontractueel non-concurrentiebeding dient binnen de beperkingen te vallen die de wet stelt, waarbij in ieder geval sprake dient te zijn van een maximale duur van 1 jaar en een geografische beperking tot het gebied waarbinnen de franchisenemer zijn onderneming heeft geëxploiteerd.
Verdere verplichtingen Wet franchise
Voor het overige bevat de Wet franchise tal van (informatie-)verplichtingen. Het betreft verplichtingen zoals het handelen als goed franchisegever en goed franchisenemer. Maar ook de verplichting voor de franchisegever tot het tijdig verstrekken van alle voor de franchisenemer relevante informatie. Deze verplichtingen zijn al direct bij de invoering van de Wet franchise (per 1 januari 2021) ingegaan en vereisen geen wijziging van de franchiseovereenkomst.
Afdwingen wijzingen Wet Franchise ontoelaatbaar
In de praktijk geldt dat doorgaans het non-concurrentiebeding niet of nauwelijks behoeft te worden aangepast om aan de Wet franchise te voldoen. Daarom is het voor een franchisegever in de meeste gevallen slechts nodig om met franchisenemers te onderhandelen over een goodwillregeling.
Toch komt het regelmatig voor dat de implementatie van de Wet franchise tot discussies met franchisenemers leidt. Vooral in die gevallen waarin franchisegevers de implementatie van de Wet franchise aangrijpen om de bestaande franchiseovereenkomst een grondige opfrisbeurt te geven.
De franchisegever probeert in die gevallen wijzigingen door te voeren in de franchiseovereenkomst die veel verder gaan dan enkel het implementeren van de Wet franchise. Franchisenemers kunnen echter niet zomaar verplicht worden om mee te werken aan het wijzigen van de franchiseovereenkomst door de Wet franchise. Overeenstemming hierover is nodig.
Om te zorgen dat franchisenemers alsnog de nieuwe franchiseovereenkomst aanvaarden, zouden franchisegevers kunnen dreigen met het niet verlengen van de franchiseovereenkomst. Aan het einde van de looptijd kan de franchisenemer dan ‘kiezen’; stoppen, of alsnog de in zijn ogen onaantrekkelijke franchiseovereenkomst aanvaarden. Ook dit mag niet zomaar.
Opzeggen franchiseovereenkomst
Een duurovereenkomst (zoals een franchiseovereenkomst) kan niet zo makkelijk meer worden opgezegd. Een opzegging kan in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid, maar ook met de per 1 januari 2021 in de wet vastgelegde verplichting tot goed franchisegeverschap. Bovendien kan het niet verlengen van de franchiseovereenkomst in strijd zijn met het optierecht van de franchisenemer op een verlenging. In sommige omstandigheden kan een franchisegever zelfs onrechtmatig handelen tegenover de franchisenemer worden verweten. Of en in hoeverre daarvan sprake is zal per individueel geval moeten worden beoordeeld.
Wat als geen overeenstemming wordt bereikt?
Wanneer geen overeenstemming wordt bereikt per 1 januari 2023, dan hoeft dit niet direct tot grote problemen te leiden. In eerste instantie heeft dit alleen gevolgen voor (*) het
instemmingsrecht van de franchisenemer. Mogelijk kan na beëindiging van de franchiseovereenkomst ook een discussie ontstaan over (**) goodwill of het (***) postcontractueel non-concurrentiebeding.
(*) Instemmingsrecht Wet Franchise
Voor de franchisenemers betekent dit dat zij op grond van de Wet franchise een instemmingsrecht wanneer het gaat om formulewijzigingen, of een soortgelijke formule. De Wet franchise biedt de mogelijkheid om een bedrag overeen te komen waaronder de franchisenemer de financiële gevolgen moet accepteren.
Indien de franchisegever gebruik wil maken van deze mogelijkheid, dan moeten de franchisegever en franchisenemer over het opnemen van deze zogenaamde drempelwaarde(n), hierover in de franchiseovereenkomst overeenstemming bereiken.
Hoewel franchisegevers hiervoor dus een bedrag zullen willen overeenkomen met hun franchisenemers, is dit op grond van de Wet franchise echter niet vereist. Het gevolg van het ontbreken van een drempelwaarde is dat de franchisegever voor elke formulewijziging of invoering van een soortgelijke formulede instemming van de franchisenemer nodig zal hebben.
(**) Goodwill Franchise wet
Wanneer de franchiseovereenkomst eindigt en de vestiging door de franchisegever wordt overgenomen moet alsnog een regeling worden overeengekomen over een goodwillvergoeding. Als dat dan nog steeds niet lukt, dan zal er desnoods een rechter aan te pas moeten komen.
(***) Postcontractueel non-concurrentiebeding
Verder kan er een discussie ontstaan over de geldigheid van het postcontractueel non-concurrentiebeding. De discussie zal zich met name toespitsen op het onderwerp knowhow en de eisen die de Wet franchise daaraan stelt in relatie tot de geldigheid van het non-concurrentiebeding.
Conclusie
Een franchisenemer hoeft niet zomaar akkoord te gaan met het voorstel van de franchisegever tot het wijzigen van de franchiseovereenkomst, wanneer de franchisegever stelt dat deze wijzigingen volgen uit de Wet franchise.
Franchisegevers en franchisenemers doen er daarom goed aan om te komen tot een goed overleg en te zorgen voor een breed gedragen nieuwe versie van de franchiseovereenkomst.
Conform de Wet franchise dienen partijen zich daarbij over en weer als goed franchisegever en goed franchisenemer te gedragen. Maar wees er als franchisenemer in horeca alert op dat de Wet franchise (die strekt tot een verbetering van de rechtspositie van de franchisenemer) niet wordt gebruikt om de voorwaarden van de franchiseovereenkomst ten nadele van de franchisenemer te wijzigen.
Meer info: albers@ludwigvandam.nl